Beschouwende tekst?
a. Vraag-antwoordstructuur
De inleiding bevat een vraag en in het middenstuk bespreek je de antwoorden op die vraag. Je sluit af met een conclusie of samenvatting.
b. Voor- en nadelenstructuur
Je introduceert je onderwerp in je inleiding. Dan bespreek je in het middenstuk de voordelen en de nadelen. Je sluit af met een afweging van de diverse punten.
c. Probleem-oplossingstructuur
In je inleiding introduceer je het probleem. In je middenstuk bespreek je waarom het een probleem is. Wat zijn de oorzaken en wat zijn de gevolgen van het probleem? Wat zijn mogelijke oplossingen? Tot slot trek je een conclusie: wat zou de beste oplossing kunnen zijn?
d. Verklaringstructuur
In je inleiding introduceer je je onderwerp/ verschijnsel. Je kern bevat de kenmerken van het verschijnsel. Wat zijn voorbeelden ervan? Eventueel kun je ingaan op oorzaken en gevolgen van het verschijnsel. Tot slot rond je je onderwerp af.